Het aantal exporteurs dat begin dit jaar nog uitging van omzetgroei, is gehalveerd: van 80% naar slechts 40%. Tegelijkertijd verwacht bijna de helft van de exporteurs een omzetdaling van 2% tot 10%. Begin dit jaar hield minder dan 5% daar nog rekening mee.
Dat blijkt uit de Trade Global Survey van kredietverzekeraar Allianz Trade, die 4.500 bedrijven ondervroeg in negen grote landen. Deze landen omvatten zes Europese landen die samen bijna 60% van het mondiale BBP vertegenwoordigen. Het onderzoek vond plaats vóór en na de Amerikaanse aankondiging van nieuwe importheffingen op 2 april. Een eventuele 50%-heffing op Europese goederen, waarover voormalig president Trump sprak, is hierin nog niet meegenomen.
Volgens Johan Geeroms, Director Risk Underwriting Benelux bij Allianz Trade, loopt Europa een potentieel exportverlies van 33 miljard dollar. “Voor Duitsland alleen al rekenen we op een verlies van 9 miljard dollar. Vooral sectoren zoals de machinebouw en auto-industrie worden hard geraakt. Meer dan de helft van de exporteurs verwacht langere betalingstermijnen en een groter risico op wanbetaling. Dit soort onzekerheden ondermijnen een gezond handelsklimaat.”
Toch is er ook een lichtpuntje, aldus Geeroms: “Investeringen in infrastructuur en defensie kunnen de economische groei in Europa aanjagen. Zeker als een aanzienlijk deel van die bestedingen bij Europese bedrijven terechtkomt. In dat scenario is tot wel 1 procentpunt extra bbp-groei mogelijk voor sommige landen.”
Vertrouwen ingestort sinds ‘Liberation Day’
CEO Aylin Somersan Coqui van Allianz Trade benadrukt dat het eerdere optimisme volledig is weggevaagd: “Voor de tariefaankondiging op 2 april verwachtten nog acht op de tien bedrijven groei. Nu is dat nog maar vier op de tien. Daarnaast voorziet 42% een omzetdaling van 2% tot 10%, vergeleken met slechts 5% voorheen. De geopolitieke onzekerheid is structureel geworden. Dat werd pijnlijk duidelijk op ‘Liberation Day’. Die dag toonde aan hoe kwetsbaar bedrijven met sterk geconcentreerde ketens zijn.”
Toch proberen bedrijven zich aan te passen. Ze diversifiëren hun leveranciers en klanten, herstructureren hun logistiek en delen risico’s binnen de waardeketen. Aanpassingsvermogen is essentieel geworden voor succes.
Frontloading en prijsverhogingen als overlevingsstrategie
Door tijdelijke vrijstellingen blijven veel bedrijven hun leveringen naar voren halen (‘frontloading’). Zoals ze eerder dit jaar ook deden: 86% van de Amerikaanse bedrijven betaalde hun zendingen uit China en de EU vooruit.
Slechts een klein deel is bereid om hogere kosten zelf te dragen of exportprijzen te verlagen om marktaandeel te behouden. Vooral in de VS zegt meer dan de helft (54%) van de bedrijven hun prijzen te zullen verhogen. Nieuwe markten aanboren is een populaire manier om de impact van tarieven te beperken, vooral in Polen en Spanje. 54% van de ondervraagde bedrijven ziet geopolitieke risico’s en sociale onrust als de grootste bedreigingen voor hun toeleveringsketens.
Meer dan een derde heeft inmiddels nieuwe exportmarkten gevonden; bijna twee derde is dat nog van plan.
Alternatieve routes en contractuele risicospreiding
Om douanekosten te beperken, zoeken bedrijven alternatieve verzendroutes. In de VS doet 62% dat al. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door de daling in transportkosten (-50% sinds begin 2025) en lagere olieprijzen. Deze prijzen zullen tussen 65 en 70 dollar per vat blijven dit jaar.
Verder verschuiven handelsvoorwaarden: bedrijven leggen steeds vaker de verantwoordelijkheid voor logistiek en kosten bij hun leveranciers. In de VS blijft de CIF-regel (Cost, Insurance & Freight) echter dominant. Ook wisselkoersrisico’s worden steeds vaker gedeeld via clausules in contracten – 59% van de bedrijven past dit inmiddels toe.
VS-China ontkoppeling, Europa en Latijns-Amerika in opmars
De ontkoppeling tussen de VS en China zet door, ondanks een tijdelijke pauze van 90 dagen in de tariefverhogingen. De exportintentie van Amerikaanse bedrijven richting China halveerde naar 10%. Ondertussen stortte die van Chinese bedrijven richting Noord-Amerika in, van 15% naar 3%.
Amerikaanse bedrijven met productie in China zoeken alternatieven buiten Azië. West-Europa en Latijns-Amerika komen als meest genoemde opties naar voren.
De nieuwe handelsdeal verlaagt het gemiddelde Amerikaanse tarief op Chinese producten van 103% naar 39%. Dit is nog altijd fors hoger dan de 13% vóór de tweede Trump-regering. Hierdoor groeit ‘friendshoring’ aan populariteit. Europese en Latijns-Amerikaanse markten worden aantrekkelijker voor zowel Europese als Chinese bedrijven. Tussen beide meetmomenten groeide de Europese exportintentie richting China en Azië tot 36%. Ook verdubbelde de interesse in Zuid- en Zuidoost-Azië tot 14%.
Latijns-Amerika komt als onverwachte winnaar uit de bus van omleidings- en ontwijkingsstrategieën – bedrijven gebruiken de regio om tegen lagere kosten toegang tot de Amerikaanse markt te behouden.
Betalingstermijnen lopen op, wanbetalingsrisico stijgt
Een op de vier exporteurs verwacht na Liberation Day betalingstermijnen die meer dan zeven dagen langer zijn. Dit is een stijging van 13 procentpunten. Bijna de helft (48%) voorziet een groter risico op wanbetaling, vooral in de VS, Italië en het VK.
Slechts 11% van de exporteurs wordt nog binnen 30 dagen betaald. Zo’n 70% ontvangt betaling tussen de 30 en 70 dagen. De percentages zijn hoger in het VK, Frankrijk, Italië en de VS (elk rond 73%).
Grote bedrijven worden extra belast: 26% van de ondernemingen met een omzet boven de 5 miljard euro ontvangt betaling pas na 70 dagen. Dit is tegenover een gemiddelde van 18%. Daarmee fungeren ze steeds vaker als ‘onzichtbare bank’ voor kleinere partners.
Ana Boata, hoofd economisch onderzoek bij Allianz Trade, waarschuwt: “Exporteurs worden geconfronteerd met langere betalingscycli en meer insolventierisico’s. Ze staan onder druk om kosten door te berekenen. Ze moeten ook nieuwe markten vinden of zelfs hun internationale strategie fundamenteel herzien.”