In 2024 kwam ongeveer 50 procent van de Nederlandse elektriciteitsproductie uit hernieuwbare bronnen zoals zonne- en windenergie, en biomassa. Dit betekent een groei van 10 procent ten opzichte van het voorgaande jaar, terwijl de productie uit fossiele brandstoffen met 4 procent afnam. Tijdens de zonnige en winderige maand april steeg het aandeel hernieuwbare energie zelfs naar 63 procent. Nederland bleef voor het derde jaar op rij meer elektriciteit exporteren dan importeren, blijkt uit cijfers van het CBS.
Groeiende zonne-energie ondanks minder zonuren
Ondanks dat 2024 minder zonnige dagen kende dan de jaren ervoor, groeide de elektriciteitsproductie uit zonnepanelen met 11 procent naar 22 miljard kWh. Deze groei is te verklaren door een toename van het geïnstalleerde vermogen, dat met 14 procent steeg naar 24 GW. Ongeveer 42 procent van dit vermogen werd opgewekt door panelen op of bij woningen; de rest kwam van zonnepanelen op bedrijfsterreinen.
Zonne-energie leverde vooral in de maanden mei tot en met augustus een grote bijdrage en was in die periode goed voor bijna een derde van de totale stroomproductie.
Windenergie groeit, vooral op zee
De productie van windenergie nam in 2024 toe met 13 procent, tot een totaal van 33 miljard kWh. De opbrengst van windmolens op land bleef nagenoeg stabiel, maar op zee nam de productie met 32 procent toe naar 15 miljard kWh. Dit kwam door een capaciteitsuitbreiding van 19 procent, waarmee het vermogen van offshore windparken groeide naar 4,7 GW.
Windenergie bleek opnieuw cruciaal in de wintermaanden: van december tot en met februari kwam ruim een derde van alle opgewekte elektriciteit uit wind.
Daling in biomassa en fossiele energie
De elektriciteitsproductie uit biomassa nam in 2024 met 6 procent af, vooral door een verminderde bijstook in kolencentrales. Ook de productie uit fossiele brandstoffen bleef dalen. De stroomproductie uit kolen liep met 5 procent terug, terwijl die uit aardgas met 4 procent afnam. In totaal werd er 2,5 miljard kWh minder opgewekt uit fossiele bronnen, mede door het groeiende aanbod van goedkopere wind- en zonne-energie.
Sinds 2015 is de elektriciteitsproductie uit kolen drastisch afgenomen: van ruim 40 miljard kWh naar minder dan 10 miljard kWh in 2024. De aardgasproductie liet een vergelijkbare trend zien, met een daling van 44,6 miljard kWh naar 42,9 miljard kWh over dezelfde periode.
Verschuiving in elektriciteitshandel
In 2024 importeerde Nederland 2 procent meer elektriciteit dan het jaar ervoor, wat neerkwam op 20 miljard kWh. De invoer uit Duitsland steeg met 9 procent en die uit Noorwegen met 19 procent, terwijl de import uit België en Denemarken juist afnam.
Ondanks de hogere invoer bleef Nederland netto-exporteur van elektriciteit, al daalde de uitvoer met 1 miljard kWh naar 24 miljard kWh. De export naar Duitsland kromp met 12 procent en naar het Verenigd Koninkrijk met 24 procent, onder andere doordat Duitsland meer goedkopere kernenergie uit Frankrijk kon halen. De export naar België steeg juist met 17 procent, mede door een afname in de Belgische gasproductie.