In 2024 was de consumptie door de overheid de belangrijkste factor achter de economische groei van Nederland. De economie groeide dat jaar met 1,1 procent, waarbij de uitgaven van de overheid goed waren voor een bijdrage van 0,9 procentpunt. De overige 0,2 procentpunt kwam voort uit de consumptie van huishoudens, export en investeringen. Hoewel de economie in 2023 nog kromp, bleef de overheidsconsumptie toen juist groeien. Zonder die extra overheidsuitgaven was de krimp in dat jaar aanzienlijk groter geweest. Dit blijkt uit recente cijfers van het CBS.
Overheidsconsumptie
De overheidsconsumptie omvat de uitgaven van de overheid aan goederen en diensten die ten goede komen aan de samenleving. Belangrijke posten zijn de zorg, het openbaar bestuur (waaronder rijksoverheid en gemeenten) en het gesubsidieerd onderwijs, zoals scholen en universiteiten.
Groei en bijdrage van overheidsconsumptie aan economie
In de periode tussen 2015 en 2024 wisselde de bijdrage van de overheidsconsumptie aan de economische groei, maar in 2024 werd een bijdrage van 0,9 procentpunt geregistreerd. Dit was de grootste bijdrage vergeleken met andere economische onderdelen. Ter vergelijking: in 2023 droeg de overheidsconsumptie nog 0,7 procentpunt bij, terwijl de economie over het algemeen kromp met 0,6 procent.
Consumptie eigen productie en sociale uitkeringen
De overheidsconsumptie bestaat uit twee hoofddelen: enerzijds de consumptie van eigen productie en anderzijds de sociale uitkeringen in natura. De consumptie van eigen productie heeft vooral te maken met de kosten die de overheid maakt, zoals salarissen van ambtenaren en andere bedrijfskosten. Dit onderdeel groeide in 2024 met 3,9 procent, gecorrigeerd voor prijsontwikkelingen. Deze groei hangt mede samen met het toenemende aantal ambtenaren bij de rijksoverheid en gemeenten. Sociale uitkeringen in natura, zoals zorg via de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz), kinderopvangtoeslag, huurtoeslag en het studentenreisproduct, groeiden in 2024 met 3,2 procent. Deze uitkeringen betreffen goederen en diensten die door de overheid via marktpartijen worden ingekocht om huishoudens te ondersteunen bij onder andere ziekte en huisvesting.
Overheidsconsumptie als aandeel van de economie
In 2024 bedroeg de overheidsconsumptie 25,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp), het hoogste aandeel sinds 2012. Dit aandeel stijgt nu twee jaar op rij, terwijl het in de meeste omliggende landen juist stabiel bleef of daalde. België laat een vergelijkbare stijging zien. Nederland heeft relatief gezien een hoog aandeel van overheidsconsumptie binnen de economie. Ter vergelijking: in België en Frankrijk ligt dit aandeel rond 24 procent, in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk respectievelijk 22 en 21 procent. Binnen de Europese Unie zijn alleen Zweden en Finland koplopers met een nog hoger aandeel overheidsconsumptie.