Financieel

Nederlandse investeerders waarschuwen voor Omnibuspakket 

04 februari 2025
Nederlandse investeerders waarschuwen voor Omnibuspakket 

Bezorgdheid over herziening duurzaamheidseisen op 26 februari 2025

Ingezonden,
Investeerders uit heel Europa, met een gezamenlijk beheerd vermogen van 6,6 triljoen euro, hebben de Europese Commissie opgeroepen om de integriteit en ambitie van het duurzame financieringskader van de EU te behouden. 

Deze stap komt voort uit bezorgdheid dat het aankomende Omnibuspakket van de EU-Commissie, dat op 26 februari 2025 wordt verwacht, kan leiden tot een algehele herziening van belangrijke duurzaamheidseisen.

Gezamenlijke verklaring investeerders

Een gezamenlijke verklaring, gepubliceerd door drie Europese ledenorganisaties voor investeerders (Eurosif, IIGCC en de PRI), werd ondersteund door 211 spelers in de financiële sector. Zij waarschuwt dat het heropenen van de regelgeving, risico’s met zich meebrengt. Dit zou onzekerheid kunnen veroorzaken over de richtlijnen. Daardoor kan het doel van de Commissie om kapitaal te heroriënteren ter ondersteuning van de Europese Green Deal in gevaar komen.

15 Nederlandse investeerders met samen 716 miljard euro aan beheerd vermogen behoren tot de ondertekenaars, waaronder Achmea en Triodos Bank.

Veranderende regelgeving door Omnibuspakket

Het Omnibuspakket is bedoeld om het concurrentievermogen van Europa te verbeteren en de regelgeving te stroomlijnen. De belangrijke duurzaamheidswetten die naar verwachting zullen worden herzien zijn:

  • EU-taxonomie, de richtlijn voor de verslaglegging over duurzaamheid van bedrijven (CSRD)
  • De richtlijn voor ‘due diligence’ van duurzaamheid van bedrijven (CSDDD).

Investeerders zeggen dat deze regelgevingen fundamentele hoekstenen van de duurzaamheidsbeleidsarchitectuur van de EU zijn. Deze regels zijn cruciaal voor het bevorderen van duurzaamheid op de lange termijn en economische groei in Europa. Dit komt omdat de huidige regels investeerders in staat stellen om weloverwogen beslissingen te nemen. Hiermee kunnen ze risico’s beheren, kansen identificeren en kapitaal heroriënteren naar een meer concurrerende, eerlijke en welvarende netto-nul-economie.

Gevaren van een algehele heropening

Hoewel de gezamenlijke verklaring de noodzaak van verbeteringen erkent, benadrukt ze het belang van stabiliteit van het langetermijnbeleid. Ze benadrukt de gevaren van een algehele heropening van de drie wetten. Dit kan leiden tot een aanzienlijke verwatering van openbaarmakingen over duurzaamheid van bedrijven die essentieel zijn voor investeringsbeslissingen.

De ondertekenaars ondersteunen de algemene doelstelling om de samenhang van het EU-kader voor duurzame financiering te vereenvoudigen en te verbeteren. Maar ze betogen ook dat het effectiever zou zijn om te focussen op het stroomlijnen van de technische normen. Bovendien moeten er duidelijke implementatierichtlijnen worden aangeboden.

In hun verklaring zeggen investeerders dat de toegenomen transparantie door deze regelgeving een positief effect heeft. Ze benadrukken het bewijs dat Europese bedrijven in 2024 al 440 miljard euro aan op EU-taxonomie afgestemde kapitaaluitgaven hebben gerapporteerd. Dat bedrag zal naar verwachting aanzienlijk toenemen.

Impact op EU-investeringskloof

Nu de EU te maken heeft met een geschatte investeringskloof van 750-800 miljard euro per jaar, waarschuwen investeerders voor mogelijke risico’s. Initiatieven zoals de aanstaande Clean Industrial Deal kunnen worden ondermijnd. Deze initiatieven zijn gericht op het waarborgen van het concurrentievermogen op lange termijn van de netto-nul-industrie van Europa en haar economische veerkracht.

Voorstel van investeerders

De interventie, die is verzonden naar Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en belangrijke EU-commissarissen, benadrukt het belang van rapportage. Snelle toegang tot hoogwaardige en vergelijkbare rapportage is een vereiste voor investeerders om beslissingen te maken en te begeleiden.

Investeerders adviseren een gerichte aanpak om het raamwerk te verfijnen, waaronder:

  • Technische normen stroomlijnen op basis van feedback uit de industrie.
  • Duidelijke implementatierichtlijnen bieden, inclusief sectorspecifiek advies waar relevant.
  • Interoperabiliteit tussen Europese en internationale rapportagenormen waarborgen.
  • Digitale oplossingen benutten om rapportagelasten te verminderen en gegevensharmonisatie te verbeteren