Twee derde van de Nederlandse ondernemers had in april te maken met personeelstekort. Dat blijkt uit cijfers van het CBS op basis van de Conjunctuurenquête Nederland. De spanning op de arbeidsmarkt dwingt ondernemers tot actie — van hogere lonen tot verregaande automatisering.
Grootbedrijf neemt voortouw
Vooral in het grootbedrijf is het tekort nijpend: ruim 72 procent van deze ondernemers ervaart personeelstekort. Zij nemen dan ook het vaakst maatregelen. Bijna één op de drie investeert in automatisering en een even grote groep verhoogt het salaris of andere arbeidsvoorwaarden. Kleinere bedrijven zijn iets terughoudender: daar kiest slechts een kwart voor betere arbeidsvoorwaarden.
Productie terugschroeven
Opvallend is dat ondernemers in het kleinbedrijf relatief vaker de productie aanpassen aan de beschikbare arbeidskrachten. Bijna één op de vijf kleine ondernemers beperkt de productiecapaciteit om personeelstekorten op te vangen. In het grootbedrijf doet slechts 12 procent dat.
Bouwsector het zwaarst getroffen
In de bouwnijverheid is het tekort aan personeel het grootst. Maar liefst 80 procent van de ondernemers in deze sector kampt met tekorten. Vier op de tien bouwbedrijven proberen dit op te vangen met hogere lonen, terwijl een derde de productie bewust beperkt. Daarmee is de bouw de enige sector waarin zoveel ondernemers die maatregel treffen.
Focus op productiviteit
Omdat nieuw personeel lastig te vinden is, zetten bedrijven steeds meer in op productiviteitsverhoging. Driekwart van de ondernemers neemt maatregelen zoals het investeren in technologie of efficiëntere werkprocessen. Vooral in de bouw, detailhandel en industrie gebeurt dit volop. Trainingen voor personeel komen het vaakst voor in de autohandel en reparatiebranche.
Relevantie voor ondernemers
Voor ondernemers betekent het personeelstekort niet alleen een uitdaging, maar ook een kans om hun bedrijf toekomstbestendiger te maken. Bedrijven die nu investeren in technologie, opleiding en werkprocessen versterken hun concurrentiepositie op de lange termijn.