In maart 2025 steeg het aantal werklozen tot 395 duizend, een toename van gemiddeld 7 duizend per maand over de afgelopen drie maanden. Het werkloosheidspercentage kwam daarmee uit op 3,9%, tegenover 3,8% in februari. Ondanks de verdere toename werkloosheid in maart nam het aantal mensen met betaald werk licht toe, met gemiddeld 1 duizend per maand. Volgens nieuwe cijfers eind maart 190 duizend lopende WW-uitkeringen.
Naast de verdere toename werkloosheid in maart waren er 395 duizend werklozen, 3,2 miljoen mensen buiten de beroepsbevolking. Deze groep bestaat voornamelijk uit mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. Zij zochten recent niet naar werk of waren daar niet direct beschikbaar voor. Over de afgelopen drie maanden daalde het aantal mensen buiten de beroepsbevolking met gemiddeld 5 duizend per maand.
Aantal WW-uitkeringen onveranderd in maart
Eind maart registreerde UWV 189,5 duizend WW-uitkeringen, een daling van 100 ten opzichte van de maand ervoor. Het aantal WW-uitkeringen bleef dus stabiel. In maart kwamen er 21,4 duizend nieuwe uitkeringen bij, wat bijdroeg aan de verdere toename werkloosheid in maart, terwijl 21,5 duizend uitkeringen werden beëindigd.
Enkele variaties per sector
In de helft van de sectoren nam het aantal uitkeringen toe, met de grootste stijgingen in de overheid (+2,8%), schoonmaak (+2,4%) en overige industrie (+2,1%). De grootste dalingen werden gemeten in de landbouw (-4,8%), uitzendbedrijven (-2,5%) en het onderwijs (-2,2%).
Steeds meer mensen zoeken werk
De werkloosheid is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkende, werkloze en niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema toont deze stromen, terwijl de figuur eronder de ontwikkelingen van deze stromen in de afgelopen jaren weergeeft. In deze context is de verdere toename werkloosheid in maart belangrijk om te vermelden.
De werkloosheid kan toenemen of afnemen door vier verschillende stromen. Twee stromen kunnen de werkloosheid verlagen: de stroom van werklozen die een baan vinden en de stroom van werklozen die stoppen met zoeken en de arbeidsmarkt verlaten. In maart waren er 224 duizend mensen die drie maanden eerder nog werkloos waren.
Twee andere stromen kunnen de werkloosheid verhogen: werkenden die hun baan verliezen en mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt, maar nu op zoek gaan naar werk. Als zij geen werk vinden, worden ze onderdeel van de werkloze beroepsbevolking. In maart was het aantal mensen dat werkloos werd (246 duizend) hoger dan het aantal werklozen dat een baan vond of uitstroomde naar de niet-beroepsbevolking (224 duizend). Hierdoor nam het aantal werklozen de afgelopen drie maanden gemiddeld met 7 duizend per maand toe, wat resulteerde in een verdere toename werkloosheid in maart.