Chipfabrikant NXP wil de productie verplaatsen van Nijmegen naar nieuwe fabrieken in Duitsland en Singapore. Het is opnieuw een voorbeeld van een groot bedrijf dat vertrekt – met verlies van werkgelegenheid en innovatie tot gevolg. Behouden van NXP vraagt bestuurlijke hervorming, iets wat regiobesturen kunnen bewerkstelligen.
Net als eerder Unilever en Shell – ooit boegbeelden van het Nederlandse bedrijfsleven, nu met hoofdkantoren in Londen – overweegt ook NXP een vertrek. Dat zegt veel over het afnemende vestigingsklimaat in Nederland. Behouden van NXP vraagt bestuurlijke hervorming, omdat andere landen multinationals actief aantrekken met goede voorzieningen en stimulerend beleid, terwijl bedrijven hier soms jarenlang moeten wachten op een aansluiting op het stroomnet. Tegelijk wordt bezuinigd op technische universiteiten, juist de kweekvijver voor hun toekomstige medewerkers.
Het vertrek van zulke bedrijven betekent niet alleen het verlies van banen, maar ook een forse dreun voor het Nederlandse innovatievermogen. Vertrokken bedrijven keren zelden terug. Toch blijft structurele aanpak uit. We praten niet over investeringen in innovatie, fiscale prikkels of stabiel economisch beleid. In plaats daarvan beperken we ons tot symptoombestrijding, zoals extra woningen en infrastructuur rond Eindhoven om te voorkomen dat ASML vertrekt. Hoeveel NXP’s moeten er nog volgen voordat we écht in actie komen? Het behouden van NXP vraagt bestuurlijke hervorming.
Het openbaar bestuur sluit bovendien niet meer aan op de economische realiteit. De provincie is te groot, de gemeente te klein. Behouden van NXP vraagt bestuurlijke hervorming en verschuiving van bestuurlijke slagkracht naar economische regio’s – zoals Brainport Eindhoven, de FoodNL-regio of Rijnmond. Daar kunnen gemeenten, bedrijven en onderwijsinstellingen samen optrekken en als één stem richting Den Haag spreken.
Dit is een expertquote van Erik van der Most, Flynth.