Momenteel voldoet geen enkel oppervlaktewater in Noord-Holland aan de Europese waterkwaliteitsnormen, en één van de vier grondwatergebieden voldoet hier ook niet aan. Daarom onderzoeken Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest te beperken, met name in Natura 2000-gebieden en grondwaterbeschermingszones.
Provincie wil aanvullende maatregelen
Het toepassen van deze maatregelen is ingrijpend en kan financiële en economische gevolgen hebben. Daarom onderzoekt Gedeputeerde Staten of de voorgestelde beperkingen zowel proportioneel als effectief zijn. De provincie is verantwoordelijk voor het beheer van eigen vaarwegen, terreinen en beschermde gebieden. Zij legt onder andere natuurvriendelijke oevers aan, stelt budget beschikbaar voor het reguleren van indirecte lozingen (zoals lozingen via rioolwater) en zorgt ervoor dat vissen veilig langs sluizen kunnen zwemmen. Deze inspanningen alleen zijn echter niet voldoende, daarom wil de provincie aanvullende maatregelen nemen. Daarnaast wordt er onderzoek gedaan naar de beheersing van de rivierkreeft.
Stikstof- en fosforproblematiek
Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water moeten oppervlakte- en grondwater in 2027 voldoen aan chemische en ecologische normen. In Noord-Holland voldoen 89 aangewezen oppervlaktewateren en één van de vier grondwatergebieden momenteel niet aan deze eisen. De belangrijkste oorzaken zijn te hoge concentraties chemische stoffen en nutriënten, zoals stikstof en fosfor, in het water. Deze verontreiniging komt onder meer door industrie, landbouw en verkeer. Daarnaast bevatten sommige delen van de provincie van nature veel stikstof en fosfor in de bodem vanwege oude veen- en kleilagen. Ook factoren als steile, kunstmatige oevers, het beheer van wateren, klimaatverandering en de aanwezigheid van niet-inheemse dieren zoals de rivierkreeft, dragen negatief bij aan de waterkwaliteit.