
vemw meld dat het Kabinet een wetsvoorstel heeft voor het ‘verbod op het gebruik van kolen voor elektriciteitsproductie’ in Nederland ter consultatie voorgelegd aan de markt. Volgens het voorstel geldt het verbod voor de twee oudste kolencentrales voor 2025, en de drie nieuwste voor 2030. In het regeerakkoord was nog sprake van afspraken met de sector over het tijdpad van sluiting van de kolencentrales in een te sluiten klimaat- en energieakkoord, maar kennelijk is dat overleg zonder resultaat gebleven.
Wetsvoorstel
In het wetsvoorstel wordt een onderscheid gemaakt tussen de twee oude elektriciteitscentrales (Nuon-Vattenfall Hemweg en RWE Amer) met een opwekrendement van 40-44 procent, en drie nieuwere centrales met een hoger rendement (RWE Eemshaven, Uniper en Engie Maasvlakte). De twee oudste centrales zouden voor 2025 moeten stoppen met het gebruik van kolen voor elektriciteitsproductie en de drie nieuwere voor 2030. Het kabinet stelt met het verbod niet dat de kolencentrales dicht moeten, immers het verbod richt zich op de inzet van steenkool. Het laat de mogelijkheid open om biomassa te verstoken.
Nuon heeft eerder aangegeven dat over vroegtijdige sluiting van de Hemwegcentrale te praten valt als zij er met de overheid uit konden komen over een compensatie (Luister hier naar het interview bij Studio Energie van Remco de Boer met Alexander Ofwegen van Nuon). Volgens Nuon kan de centrale technisch namelijk nog mee tot 2034.
Juridische stappen
Na de consultatie die nu voorligt is het Parlement aan zet om te komen tot een wet die het verbod op het gebruik van kolen voor elektriciteitsproductie regelt. RWE, Engie en Uniper hebben geen aanbod gedaan om eerder te stoppen met de koleninzet. Inmiddels is bekend dat RWE en Uniper hebben aangegeven juridische stappen te overwegen als het voorstel van de overheid in een wet wordt omgezet. RWE heeft in een persbericht aangegeven het voorstel onverstandig en verrassend te vinden en stelt dat de centrales een essentiële rol vervullen in de energievoorziening, niet alleen voor de elektriciteitsproductie, maar ook de warmtevoorziening.