De bedrijfsomstandigheden in de Nederlandse industrie lieten in mei een aanzienlijke verbetering zien, wat bevestigt dat de terugval van meer dan anderhalf jaar achter ons ligt. Voor de derde maand op rij nam de vraag toe, met een sterke stijging van het aantal nieuwe orders. Bedrijven reageerden hierop met een verhoogde productie. Ondanks deze positieve trend, bleven producenten voorzichtig met hun inkoopactiviteiten en voorraadniveaus, die onveranderd bleven. De stijgende kostendruk leidde echter tot hogere verkoopprijzen.
De Nevi PMI® is een samengestelde indicator die de situatie in de productiesector weergeeft aan de hand van nieuwe orders, productieomvang, werkgelegenheid, levertijden en voorraden ingekochte materialen.
De stijging van de PMI-hoofdindex van 51.3 in april naar 52.5 in mei duidt op de grootste verbetering van de bedrijfsomstandigheden in 21 maanden. De toename van nieuwe orders, productiestijging en banengroei droegen positief bij, terwijl de aanhoudende daling van de voorraad ingekochte materialen en verbeterde levertijden (wat wijst op een lagere werkdruk bij leveranciers) een negatieve impact hadden.
In mei steeg het aantal nieuwe orders voor de derde opeenvolgende maand. De toenemende klantinteresse en vraag, vooral vanuit de bouwsector, zorgden voor de grootste toename in meer dan twee jaar. Bedrijven vergrootten hun productie in de grootste mate sinds april 2022. Ook het aantal nieuwe exportorders nam in mei voor de vierde opeenvolgende maand toe, zij het in een gematigd tempo vergelijkbaar met april.
Om de hogere productie aan te kunnen, namen productiebedrijven in mei voor de vierde achtereenvolgende maand meer personeel aan. Er waren aanwijzingen dat nieuwe vaste krachten werden aangetrokken om de groei te ondersteunen, hoewel de banengroei bescheiden bleef en kleiner was dan in april.
Nederlandse producenten gebruikten in mei opnieuw hun bestaande materiaalvoorraden om aan de productievereisten te voldoen. De voorraad ingekochte materialen daalde voor de zestiende maand op rij, en dit in de grootste mate in drie maanden. Sommige bedrijven gaven aan voorraadverkleining te plannen om hun cashflow te verbeteren. Na twintig maanden van krimp bleef de hoeveelheid ingekocht materiaal in mei gelijk aan die van de vorige maand.
De voorzichtige inkoopactiviteiten van bedrijven leidden in het tweede kwartaal tot een lagere werkdruk bij leveranciers. De verbetering van de levertijden was echter gering en de kleinste in drie maanden.