In 2024 is de Nederlandse economie met 1,0 procent gegroeid. Deze groei was zichtbaar in bijna alle provincies, met als enige uitzondering de provincie Groningen. De sterkste economische vooruitgang werd gemeten in de provincies Drenthe en Zeeland, waar beide regio’s een groei van 1,8 procent lieten zien. Dit blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de regionale economie.
Overheid en zorg zorgen voor groei in Zeeland en Drenthe
In Drenthe en Zeeland speelde de sector overheid en zorg een belangrijke rol in deze economische ontwikkeling. In Zeeland groeide deze sector met 4,9 procent, terwijl in Drenthe een groei van 3,0 procent werd waargenomen. De provincie Fryslân kende de kleinste groei, met slechts 0,1 procent.
Krimp in Groningen door einde gaswinning
In Groningen kromp de economie in 2024 opnieuw, maar minder sterk dan het jaar ervoor. De toegevoegde waarde in de provincie daalde met 4,1 procent, ten opzichte van een afname van 9,1 procent in 2023. Deze krimp hangt grotendeels samen met het beëindigen van de gaswinning. De afbouw van de gaswinning begon in 2018 en op 19 april 2024 trad de Wet beëindiging gaswinning Groningenveld in werking. Hierdoor werd de gaswinning in het Groningenveld volledig stopgezet.
Grote steden groeien sneller dan landelijke trend
De vier grootste steden van Nederland lieten in 2024 een sterkere economische groei zien dan het landelijk gemiddelde. De groei in deze steden varieerde tussen de 1,1 en 2,0 procent. Terwijl Amsterdam in 2023 de grootste economische groei liet zien, nam Den Haag die positie in 2024 over. In Den Haag speelde de overheid een grote rol, maar ook de zakelijke dienstverlening leverde een belangrijke bijdrage aan de economische groei.
Economische ontwikkeling per provincie
Per provincie zag de economische ontwikkeling er als volgt uit: Nederland als geheel groeide met 1,0 procent ten opzichte van 0,1 procent groei in 2023. Groningen kromp met 4,1 procent, wat een verbetering was ten opzichte van de krimp van 11,1 procent in 2023. Fryslân kende een groei van 0,1 procent, iets minder dan de 0,4 procent van een jaar eerder. Drenthe steeg van 0,7 naar 1,8 procent. Overijssel kende een groei van 1,4 procent na een daling van 0,6 procent in 2023. Flevoland groeide met 0,8 procent, tegenover 2,5 procent in het voorgaande jaar. Gelderland steeg van 0,2 naar 1,4 procent. Utrecht kende een lichte daling van 1,4 naar 1,2 procent groei. Noord-Holland groeide van 1,6 naar 1,4 procent. Zuid-Holland ging van 0,5 naar 1,3 procent. Zeeland maakte een duidelijke sprong van -0,1 naar 1,8 procent groei. Noord-Brabant steeg van 0,6 naar 0,9 procent. Limburg toonde een herstel van -1,1 naar 0,3 procent groei.
In de grote steden groeide Amsterdam met 1,3 procent, een daling ten opzichte van de 2,9 procent in 2023. Rotterdam groeide met 1,1 procent, tegenover 0,4 procent een jaar eerder. De stad Utrecht daalde van 2,4 naar 1,3 procent. Den Haag kende de sterkste groei onder de steden met 2,0 procent, een duidelijke stijging ten opzichte van de 0,7 procent in 2023.
Sterkste groei in regio IJmond
Op regionaal niveau groeide de economie in 2024 in bijna alle van de 52 zogenoemde COROP-plusgebieden. De regio IJmond kende de sterkste groei met 4,5 procent, vooral dankzij de industrie. Daarentegen krompen alle drie de Groningse regio’s economisch. In vijf andere regio’s was er sprake van een lichte krimp van maximaal 1,0 procent.
Groei in Groningen zonder delfstofwinning
Als de delfstofwinning buiten beschouwing wordt gelaten, liet Groningen in 2024 echter een economische groei van 1,0 procent zien. De sectoren informatie en communicatie, en overheid en zorg leverden hier de grootste bijdrage aan. Op regionaal niveau groeide de economie van Oost-Groningen met 1,5 procent, Delfzijl en omgeving met 0,9 procent en Overig Groningen eveneens met 0,9 procent.
Regionale verschillen in Friesland, Drenthe en Overijssel
In Friesland kende Noord-Friesland een krimp van 1,0 procent, terwijl Zuidwest-Friesland groeide met 1,7 procent en Zuidoost-Friesland met 0,8 procent. In Drenthe groeide Noord-Drenthe met 2,2 procent, Zuidoost-Drenthe met 2,1 procent en Zuidwest-Drenthe met 1,1 procent. In Overijssel groeide Noord-Overijssel met 0,7 procent, Zuidwest-Overijssel met 1,6 procent en Twente met 1,9 procent.
Groei in Gelderland en Utrechtse regio’s
In Gelderland kende de Veluwe een groei van 1,5 procent, de Achterhoek 2,4 procent en Arnhem/Nijmegen 1,0 procent. Zuidwest-Gelderland groeide met 1,2 procent. In Utrecht noteerde Utrecht-West een groei van 1,7 procent, het stadsgewest Amersfoort 0,6 procent, het stadsgewest Utrecht 1,3 procent en Zuidoost-Utrecht 0,9 procent.
Sterke groei in Noord- en Zuid-Holland
In Noord-Holland groeide de Kop van Noord-Holland met 1,4 procent, Alkmaar en omgeving met 1,9 procent en IJmond met 4,5 procent. De agglomeratie Haarlem kende een groei van 1,4 procent, terwijl de Zaanstreek een krimp had van 0,5 procent. Amsterdam groeide met 1,1 procent, de omliggende agglomeratie met 1,3 procent. Edam-Volendam en omgeving groeide met 0,9 procent, Haarlemmermeer en omgeving met 1,8 procent en het Gooi en Vechtstreek met 1,5 procent.
In Zuid-Holland groeide de agglomeratie ’s-Gravenhage, exclusief Zoetermeer, met 2,1 procent. Zoetermeer zelf groeide met 1,6 procent, Delft en Westland met 2,1 procent en Oost-Zuid-Holland met 0,8 procent. De regio Rijnmond groeide met 1,1 procent, het overige Groot-Rijnmond met 0,2 procent. Drechtsteden noteerde een groei van 1,3 procent en het overige Zuidoost-Zuid-Holland met 2,9 procent.
Groei in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg
In Zeeland groeide Zeeuwsch-Vlaanderen met 1,3 procent en overig Zeeland met 2,0 procent. In Noord-Brabant groeide West-Noord-Brabant met 1,3 procent, Midden-Noord-Brabant met 1,2 procent, het stadsgewest ’s-Hertogenbosch met 1,1 procent en overig Noordoost-Noord-Brabant met 1,3 procent. Zuidoost-Noord-Brabant kende een bescheiden groei van 0,3 procent. In Limburg groeide Noord-Limburg met 0,4 procent, Midden-Limburg met 2,0 procent, terwijl Zuid-Limburg een krimp kende van 0,5 procent.
Flevoland met gemengde resultaten
Tot slot in Flevoland groeide Almere met 1,4 procent, Flevoland-Midden met 0,7 procent, terwijl Noordoostpolder en Urk een krimp hadden van 0,6 procent.