Volgens onderzoek van het CPB en CBS is er geen duidelijk verband tussen de plek van een bedrijf in de productieketen en de productiviteit. De positie in de keten bepaalt de productiviteit niet. Wel neemt de productiviteit toe naarmate bedrijven meer activiteiten in het buitenland ontplooien.
Onderzoek van CBS en CPB
Bedrijven bevinden zich op verschillende niveaus in internationale productieketens. Dit varieert van grondstofverwerking tot de verkoop van eindproducten. Het CBS en CPB onderzochten de relatie tussen de positie in deze ketens en de productiviteit en winstgevendheid van Nederlandse bedrijven. Het onderzoek biedt inzicht in hoe internationalisering bedrijven kan helpen betere prestaties te leveren. Het laat ook zien welke beleidsmaatregelen dit proces kunnen ondersteunen, maar de positie in keten bepaalt productiviteit niet.
Productief overal in de keten
De positie van een bedrijf in een internationale productieketen heeft geen invloed op de prestaties. Bedrijven aan het begin van de keten, zoals in de basisindustrie, produceren wel meer per uur. Maar ze hebben ook meer kapitaalgoederen nodig, waardoor hun totale productiviteit niet hoger is. Dit geldt ook voor winstgevendheid. De positie in de keten speelt hier geen duidelijke rol. Nederlandse bedrijven kunnen op elk punt in de keten productief zijn. Dus, de positie in keten bepaalt productiviteit niet.
Buitenlandse investeringen
Bedrijven worden doorgaans productiever wanneer ze in het buitenland investeren. Dit is vooral zo als dit leidt tot verplaatsing van delen van het productieproces. Dit in plaats van alleen nieuwe afzetmarkten te betreden. Het effect verschilt per sector en is vooral gunstig voor bedrijven met een lagere productiviteit. Investeringen buiten de EU zijn hierbij het meest voordelig. Dit kan te maken hebben met toegang tot nieuwe technologieën en kennis. Toch blijft staan dat de positie in keten niet productiviteit bepaalt.
Breed in plaats van specifiek beleid
Het onderzoek biedt een aantal inzichten voor beleid gericht op het versterken van de internationale betrokkenheid van Nederlandse bedrijven. Overheidssteun op basis van specifieke posities in productieketens vindt geen ondersteuning. Maatregelen kunnen beter gericht zijn op breed beleid, zoals het behouden van toegang tot open markten en het bevorderen van innovatie en aanpassingsvermogen.