De energiekosten, met name de netwerkkosten, zullen de komende jaren aanzienlijk stijgen als gevolg van de energietransitie. Toch kan door het elektriciteitsnet flexibeler te gebruiken een besparing van 30 miljard euro worden gerealiseerd, waardoor de energierekening voor bedrijven en consumenten betaalbaar blijft.
Volgens een ambtelijk onderzoek naar de bekostiging van elektriciteitsinfrastructuur worden de kosten van de energietransitie de komende 15 jaar geschat op ongeveer 200 miljard euro. Dit bedrag is nodig om het overvolle elektriciteitsnet te verbeteren.
Er zijn echter mogelijkheden om de kostenstijging te beperken. Door energieopslag, -opwekking en -verbruik beter op elkaar af te stemmen, kan het bestaande net efficiënter worden benut. Dit vermindert de behoefte aan dure nieuwe investeringen.
Nieuwe contractvormen
Netbeheerders spelen hierin een cruciale rol. Zij kunnen flexibel energieverbruik stimuleren door nieuwe contractvormen, groepscontracten en variabele tarieven. Daarnaast onderzoeken zij de mogelijkheid om reservecapaciteit in te zetten en bepaalde netonderdelen tijdelijk zwaarder te belasten. Het versnellen van infrastructuurprojecten helpt eveneens om knelpunten te verlichten.
De overheid kan zowel groot- als kleinverbruikers actiever stimuleren om flexibel met energie om te gaan, bijvoorbeeld door tariefprikkels en capaciteitsmanagement. Subsidies kunnen kwetsbare sectoren ondersteunen, terwijl een betere afstemming tussen opslag, opwekking en verbruik extra kosten voorkomt.
Investeringskosten fors omlaag
Door samenwerking tussen de overheid, netbeheerders, toezichthouders, consumenten en marktpartijen kan de stijging van nettarieven in 2040 met 22 procent worden beperkt. Dit verlaagt de investeringskosten in het net met 10 tot 30 procent en voorkomt onnodig hoge energierekeningen.
De stijgende energiekosten vormen echter een zware last voor huishoudens en bedrijven. Dit kan leiden tot energiearmoede, waarbij mensen de basisbehoeften zoals verwarming en verlichting niet meer kunnen betalen. Bovendien kan het de economische groei belemmeren, omdat bedrijven hogere energiekosten moeten doorberekenen aan consumenten of minder kunnen investeren in innovatie en groei.