Jeroen van Hooff, CEO van Koninklijke Jaarbeurs, is benoemd tot voorzitter van de Utrecht Talent Alliantie (UTA). Hij volgt Wilma Scholte op Reimer op, bestuursvoorzitter van Hogeschool Utrecht. De UTA voert de Human Capital Agenda van de regio Utrecht uit. De ambitie: een leven lang ontwikkelen vanzelfsprekend en toegankelijk maken voor iedereen. Dit gebeurt in samenwerking met onderwijs, zorg en ICT-sectoren, overheden, kennisinstellingen, UWV, Economic Board Utrecht en ROM Utrecht Region.
Vertrouwen in nieuw leiderschap
Vertrekkend voorzitter Wilma Scholte op Reimer ziet de toekomst positief tegemoet: “De regio Utrecht heeft alles in huis om koploper te zijn in slimme en inclusieve arbeidsmarktontwikkeling: sterke kennisinfrastructuur, betrokken overheid en verantwoordelijk bedrijfsleven. Jeroen heeft gezag en een sterke binding met het regionale bedrijfsleven. Ik heb er alle vertrouwen in dat hij de juiste stappen zet naar een toekomstgerichte beroepsbevolking.”
Van Hooff: “Toekomstgericht werkgeverschap is cruciaal” Van Hooff ziet het voorzitterschap als een logische voortzetting van zijn werk: “De druk op de arbeidsmarkt groeit, zeker in sectoren als zorg, techniek en ICT. We moeten investeren in toekomstgericht werkgeverschap en leiderschap. Mijn tijd bij Randstad Groep liet me dagelijks zien hoe belangrijk het is om mensen duurzaam met werk te verbinden. Ook mijn rol bij Enactus, waar studenten sociale verandering realiseren via ondernemerschap, heeft me het belang van samenwerking en innovatie geleerd. Ik kijk ernaar uit om met de UTA-partners deze transitie vorm te geven.”
Grote opgaven vragen om samenwerking
Programmacoördinator Joyce Oomen onderstreept het belang van deze benoeming: “Met zijn ervaring en positie in de regio kan Jeroen de UTA helpen om echt verschil te maken. De uitdagingen zijn aanzienlijk: een krimpende beroepsbevolking, vergrijzing en snelle technologische veranderingen. Om mee te kunnen blijven doen, moeten werkenden en werkgevers zich voortdurend blijven ontwikkelen. Samen met Jeroen willen we LLO leven lang ontwikkelen en vanzelfsprekend maken voor iedereen.”