Utrecht,
De provincie Utrecht werkt samen met de gemeenten aan een betaalbaar en duurzaam energiesysteem voor al haar inwoners, zowel nu als in de toekomst. Begin 2024 heeft de provincie de gemeenten opgeroepen om met concrete plannen te komen voor de ontwikkeling van wind- en zonne-energie, zodat zij voldoen aan de gezamenlijke afspraken rondom schone energie. Veel gemeenten zijn enthousiast aan de slag gegaan, wat heeft geresulteerd in diverse concrete plannen. Om ervoor te zorgen dat er in 2030 voldoende duurzame stroom wordt opgewekt, zal er in sommige regio’s extra inspanning en een provinciaal besluit nodig zijn met betrekking tot windenergie.
In de Regionale Energiestrategieën (RES’en) is afgesproken dat de provincie Utrecht samen met de gemeenten (verenigd in de regio’s U16, Amersfoort en Foodvalley), netbeheerders en waterschappen ervoor zorgt dat er uiterlijk in 2030 in totaal 2,4 Terawattuur (TWh) aan duurzame energie wordt opgewekt. Elke regio draagt hierbij een afgesproken aandeel bij aan de productie van schone energie. Deze energie bestaat uit zowel zonne- als windenergie, om te garanderen dat er in alle seizoenen en op elk moment van de dag voldoende duurzame elektriciteit beschikbaar is.
Tussenbalans
Na alle inzet van de gemeenten van de afgelopen maanden is er inmiddels een voorlopige stand van zaken, oftewel een ’tussenbalans’. Daaruit blijkt dat de gemeenten in de regio Amersfoort op koers liggen om het doel van 0,5 TWh in 2030 te halen. Daar zijn op dit moment voldoende concrete plannen door alle gemeenteraden vastgesteld. In de regio Foodvalley (provincie Utrecht deel) worden de plannen de komende maanden verder uitgewerkt. De provincie Utrecht verwacht dat ook die regio, althans het Utrechtse deel van 0,1 TWh, haar doelstelling zal halen, als de plannen die er liggen komende maanden verder geconcretiseerd worden.
In de regio U16 werken de gemeenten samen aan concrete zonne-en windenergie plannen die bij elkaar goed zijn voor ongeveer 1,55 TWh aan duurzame energie per jaar in 2030, indien een aantal plannen komende maanden verder geconcretiseerd wordt. Het lijkt erop dat er minimaal 0,25 TWh te weinig zal zijn om het doel van 1,8 TWh te halen. Dit is vergelijkbaar met ca. 12 moderne windturbines). In de kaart is per gemeente te zien wat de stand van zaken is.
Provincie helpt of gaat zelf aan de slag
De provincie is door verschillende gemeenten gevraagd om de procedure voor een aantal windgebieden op te pakken. Het gaat om een locatie in gemeenten Baarn, Wijk bij Duurstede en langs de A28 bij Vlasakkers en Leusderheide. De provincie vindt het belangrijk dit samen met de gemeenten en haar partners in de regio op te pakken om zo de gezamenlijke RES-doelstellingen te halen.
Eind 2024 besluit de provincie waar zij nog aanvullende windplannen mogelijk gaat maken om ervoor te zorgen dat de afspraken in de RES’en worden gehaald. Dit zal binnen één of meer van de 27 meest kansrijke gebieden zijn die in januari 2024 zijn vastgesteld. De provincie gaat daarna met de omgeving in deze gebieden in gesprek over de mogelijkheden voor windenergie. Voor de gebieden waar gemeenten de provincie heeft verzocht om de procedures op te pakken zullen deze gesprekken al eerder opgestart worden.
50% lokaal eigendom
Bij windenergieprojecten van meer dan 5 megawatt (MW) (een moderne windturbine is al groter) is het aan de provincie om de vergunningen te verlenen. De provincie controleert daarbij of de plannen voor windenergie voldoen aan de regels voor onder andere geluidshinder, slagschaduw, natuur en landschap. De provincie heeft vastgelegd dat bij ieder windplan dat zij gaat oppakken minstens de helft eigendom zal zijn van de inwoners zelf via een energiecoöperatie. Omwonenden kunnen daarmee ook invloed hebben op hoe een plan vorm krijgt en meeprofiteren van de opbrengsten.
Hoe verder
Daar waar nodig gaat de provincie nu opnieuw in gesprek met de gemeenten over de uitvoering van de plannen voor opwek van wind- en zonne-energie. De provincie organiseert informatiebijeenkomsten in november waar inwoners informatie krijgen over de stappen die volgen en op welke wijze omwonenden verder worden betrokken.