De Amsterdamse hotelier CitizenM komt in handen van de Amerikaanse hotelgigant Marriott, maar de deal tussen CitizenM en Marriott is geen overname in de klassieke zin van het woord. In werkelijkheid koopt Marriott het merk en de formule van CitizenM, terwijl het vastgoed en de exploitatie van bestaande hotels bij de oorspronkelijke aandeelhouders blijven.
De transactie illustreert hoe hoteldeals tegenwoordig zelden eenvoudig als ‘een overname’ te bestempelen zijn. De deal tussen CitizenM en Marriott omvat de aankoop van de merknaam, formule en intellectuele eigendom, niet het volledige bedrijf. Dit type deal kan voor verwarring zorgen, mede doordat CitizenM al jaren werkt met een mix van eigendom, huurconstructies en managementcontracten.
De koopprijs van 355 tot 465 miljoen dollar weerspiegelt puur de merkwaarde en staat in contrast met eerdere waarderingen van 2 tot 4 miljard euro, waarbij ook vastgoed en operationele inkomsten werden meegenomen. Het is dus duidelijk dat de deal tussen CitizenM en Marriott geen overname is van het volledige assetpakket.
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen eigendom van vastgoed, exploitatie en merkbeheer om de strategische keuzes van beide partijen te begrijpen. Marriott breidt zijn portfolio uit met een sterk merk, terwijl CitizenM via het grote Marriott-netwerk groeit. Dit model van scheiding tussen merk, eigendom en operatie, zoals te zien in de deal tussen CitizenM en Marriott, wordt steeds gebruikelijker in de hotelbranche.